Bij ongewild verlies van ontlasting kan het soms helpen om te zorgen voor meer vezels in je voeding, of om je bekkenbodemspieren te trainen.
Verlies van ontlasting kan namelijk, onder meer, ontstaan door:
– te dunne ontlasting
– een te zwakke kringspier en/of bekkenbodem.
Als de ontlasting te dun is, dan is het voor de bekkenbodem soms niet mogelijk om die tegen te houden. In dat geval kan het soms helpen om ervoor te zorgen dat de ontlasting een betere consistentie krijgt: dikker wordt. Dat lukt vaak door meer vezels te eten. Al maak je altijd gezonde keuzes, dan nog kan de hoeveelheid vezels die je binnenkrijgt onvoldoende zijn. Het voedingscentrum adviseert 30 tot 40 gram vezels per dag. In hun vezellijst lees je hoeveel vezels voedingsmiddelen bevatten. Dat valt soms best tegen! Je zou een emmer havermoutpudding moeten eten om aan je dagelijkse portie vezels te komen. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Met de vezellijst kun je berekenen hoeveel vezels je met je huidige voedingspatroon binnen krijgt, en je kunt er ook mee uitvinden hoe je gemakkelijk je vezelinname kunt verhogen. Tutti frutti is bijvoorbeeld een goede vezelleverancier. Daar moet je wel van houden. Maak je geen zorgen dat je ontlasting te dik wordt: vezels hebben de bijzondere werking om te dunne ontlasting dikker te maken en te harde ontlasting zachter.
Natuurlijk kan er ook een heel andere oorzaak zijn van te dunne ontlasting: van een buikgriepvirus tot psychische stress. Raadpleeg bij twijfel je huisarts!
Als je ontlasting niet te dun is, maar je verliest het toch soms ongewild, dan kan het zijn dat je bekkenbodem niet sterk genoeg is, of onvoldoende uithoudingsvermogen heeft, om de ontlasting op te houden. Maar het kan bijvoorbeeld ook zijn dat je de aandrang niet voelt, en er daardoor niet op tijd op kunt reageren. Een vaginale achterwandverzakking kan ook een rol spelen. Bekkenfysiotherapie kan helpen om de bekkenbodem te versterken en kan soms ook helpen verzakkingssymptomen te verminderen.